Op 27 september jl. heeft Gerechtshof Den Bosch in hoger beroep voor drie Brabantse theaters beslist dat hun pauzedrankjes toch onderdeel zijn van de entreeprijzen, waardoor op het geheel het verlaagde btw-tarief van 9% van toepassing is. Eerder had Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat er gesplitst moest worden, waardoor er voor de alcoholhoudende dranken 21% btw moest worden afgedragen. Het gerechtshof beslist nu echter dat een pauzedrankje een bijkomende prestatie is die het btw-tarief van de hoofdprestatie volgt, namelijk het verlenen van toegang tot muziek- en toneelvoorstellingen.
Zie de notitie in de downloads hiernaast voor de overwegingen van het gerechtshof. Daar staan ook de drie uitspraken van Gerechtshof Den Bosch.
De rechtsgang is echter nog niet klaar, want er loopt voor een theater in Noord-Holland ook een hoger beroep bij Gerechtshof Amsterdam. Deze drie uitspraken van Gerechtshof Den Bosch zijn echter wel een goed teken voor theaters (en anderen die pauzedrankjes gratis aanbieden).
