Op 1 juli 2019 heeft Nederland een belastingverdrag gesloten met Irak. Hierdoor zijn er nu 96 landen + de voormalige Nederlandse Antillen waarmee Nederland een belastingverdrag heeft (zie bijlage). Dit is van belang voor organisatoren van optredens in Nederland, omdat artiesten uit verdragslanden niet onder de 20% Nederlandse loonheffing vallen.
Maar er valt ook iets op aan het belastingverdrag met Irak: er staat géén artikel over artiesten en sporters in. Normaliter is dat art. 17, maar is sommige verdragen is het ook wel een ander nummer. Klaarblijkelijk is het Nederland gelukt om zijn voornemen van de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 voor elkaar te krijgen, namelijk een art. 17-bepaling voor artiesten en sporters weglaten uit een nieuw belastingverdrag.
De belastingheffing moet volgens het verdrag worden beoordeeld volgens de normale regels voor bedrijven (art. 7) en werknemers (art. 14).
Dit betekent dat zelfstandige Nederlandse artiesten en sporters (en gezelschappen of teams) met inkomsten uit werkzaamheden in Irak daar geen belasting hoeven te betalen, maar dat gewoon in Nederland mogen doen. Ze hebben dus geen ingewikkelde verrekening of vrijstelling van Nederlandse belasting nodig, wat vaak misgaat.
Geen idee of er gages, start- of prijzengeld te verdienen vallen in Irak, dus of het verdrag een effect heeft voor Nederlandse artiesten en sporters. Wel voor Iraakse artiesten en sporters die in Nederland komen spelen.