Een jaarlijks fotofestival stelt telkens een tentoonstelling samen die te zien is op twee eigen locaties en in vier musea. Op de eerste (besloten) dag komen vooral kunstkenners en -handelaren, de volgende dagen kan iedereen komen kijken. De organisatie had het verlaagde btw-tarief toegepast, zoals dat geldt voor musea en verzamelingen, maar de Belastingdienst was het daar niet mee eens. Na de rechtbank vindt nu ook het gerechtshof dat het verlaagde btw-tarief niet van toepassing is.
Als alternatief bracht de organisatie van het fotofestival naar voren dat sprake zou zijn van dagrecreatie, waarvoor ook het verlaagde btw-tarief geldt. Maar ook daarvan vindt het gerechtshof dat het niet van toepassing is.
Zie publicatie in het Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht (NTFR) met commentaar van Dick Molenaar (2023/1294).